Stort in Hoeselts Watervalbos ligt er al drie maanden

Al drie maanden ligt er een stort naast een wandelweg in natuurgebied Watervalbos. “Een visitekaartje voor Bilzen-Hoeselt is het niet”, vindt gemeenteraadslid Wouter Raskin. Maar Limburgs Landschap en de stad wijzen naar elkaar.

“De stad moet dit niet opruimen”, vindt schepen van Milieu Fons Capiot (Trots). “Het stort ligt op private grond van Limburgs Landschap. Het is hun verantwoordelijkheid om het op te ruimen. Als natuurvereniging in Bilzen-Hoeselt mogen zij het afval gratis naar het recyclagepark brengen. Maar de stad gaat niet zelf alle stortingen op private grond opruimen. Of het nu tien meter of één centimeter naast een openbare weg ligt, het blijft privaat terrein.”

Kosten

“Dat zien wij toch anders”, zegt woordvoerder Dirk Ottenburghs van Limburgs landschap. “Het stort ligt inderdaad niet op openbaar domein, maar als natuurvereniging stellen wij onze gebieden via wandelpaden open voor iedereen die ervan wil genieten. Dit is geen privégebied, maar eerder openbaar nut. Dat het stort nog niet door ons is opgeruimd, heeft ook te maken met werkdruk. In heel wat van onze veertig gebieden die we in Limburg beheren, worden we geconfronteerd met sluikstorten. Het kan toch niet zo zijn dat wij als beheerder telkens moeten opdraaien voor het opruimen en alle kosten die daaruit volgen.”

Handhaven

Gemeenteraadslid Wouter Raskin (N-VA-fusiebelang) merkte tijdens een wandeling midden september het stort op. “Ik vind ook dat men Limburgs Landschap niet kan zien als louter eigenaar van private grond. Hun gebieden staan open voor iedereen en dat is goed en belangrijk. Want kunnen vertoeven in de natuur heeft een positieve invloed op mensen. De stad moet een beleid voeren om sluikstorten te voorkomen en dat ook handhaven. Als ze daar niet toe in staat is, moet ze een deel van de opruimkosten dragen. Dit stort ligt er al maanden. Ik begrijp niet dat dit zo lang moet duren. De mensen ergeren zich daar blauw aan. De stad had al lang doortastender kunnen optreden.”

Bron: Het Belang van Limburg © Mediahuis 2025