Via het Beliris-fonds voorziet de federale regering extra geld voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om Brussel te ondersteunen in haar rol als hoofdstad en om haar internationale uitstraling te bevorderen. Kamerlid Wouter Raskin: “De laatste jaren gaan echter steeds meer Beliris-middelen naar de bouw en renovatie van sociale woningen, voor scholen en opleidingen, de aanleg van een buurtpark, enzovoort. Projecten die eigenlijk behoren tot de kernbevoegdheid van het regionale of lokale niveau en niet rechtstreeks bijdragen aan de doelstelling van het fonds.” Daarom deed Raskin in oktober nog een oproep om Beliris voortaan enkel nog te laten investeren in projecten die wél aansluiten bij de historische doelstelling. “Op die manier is er geen discussie meer en komen de middelen terecht waar ze terecht moeten komen. De uitspraken van de minister bewijzen dat dit hoognodig is”, voegt Raskin toe.

PS-cliëntisme

Voor Brussels fractieleider Cieltje Van Achter zijn de uitlatingen van minister Lalieux helaas weinig verrassend. Ook zij beaamt dat het Beliris-geld niet correct besteed wordt en dat het PS-cliëntisme via dit fonds moet stoppen. “Dat geld dient niet voor de financiering van allerlei gemeentelijke projecten, maar voor grote mobiliteitsprojecten, zoals de nieuwe metro in Brussel. Het is wel verrassend dat MR en Ecolo nu in Brussel een audit vragen. Hun ministers hebben nochtans  een vetorecht over de besteding van het Beliris-fonds.” 

“Het is alleszins onaanvaardbaar dat de Vlaming meebetaalt aan een PS-systeem van favoritisme en vriendjespolitiek”, besluiten Van Achter en Raskin. Die laatste zal premier Alexander de Croo hierover bevragen.