“De huidige organisatiestructuur dateert nog uit een periode met minder complexe wetgeving en minder grensoverschrijdende tewerkstelling”, verklaart Raskin. “De voorbije decennia is het te controleren landschap echter sterk veranderd. Vandaag moeten we evolueren naar één sociale-inspectiedienst die zich toelegt op enkele kerntaken, zoals het ondersteunen en controleren van bedrijven in de strijd tegen sociale fraude, en het vrijwaren van onze sociale zekerheid.”

Wildgroei

Dat de versnipperde inspecties een weinig efficiënt middel zijn in de strijd tegen sociale fraude, behoeft volgens Raskin geen betoog. “De diverse diensten vallen onder verschillende politieke verantwoordelijken en worden aangestuurd door aparte directies. Die wildgroei leidt tot opmerkelijke verschillen in aanpak, focus en visie. De inspecteurs missen bovendien een breed gezichtsveld, doordat zij slechts controles kunnen uitvoeren binnen hun bevoegdheidsdomein. Dat is weinig efficiënt en kost handenvol geld.”

Nederland wijst de weg

Nederland toont ons alvast hoe het beter kan. In 2012 werden de verschillende sociale inspecties daar samengevoegd tot de inspectie SZW. Dat gebeurde vrij snel en met mooie resultaten. De voordelen zijn enorm: een bundeling van knowhow en expertise, minder nood aan overbodige dialoog, hoger reactievermogen, meer transparantie en minder overlast voor bedrijven en burgers, duidelijke en eerlijke spelregels, … “Een slagkrachtige inspectie kan bovendien meer tijd en middelen vrijmaken voor nieuwe ontwikkelingen en de aanpak van internationale fraude”, vult Raskin aan. Ook het financiële plaatje oogt rooskleurig. Dankzij de eenmaking daalde het personeelsbestand van de Nederlandse inspectie tot hetzelfde niveau als dat van onze versnipperde diensten. En dat terwijl Nederland de helft meer inwoners telt.